De tekens < en >
In de homeopathie gebruiken we de tekens < en > voor respectievelijk verergeren en verbeteren. Dit lijkt tegenstrijdig aan het gebruik van deze tekens in de wiskunde waarbij < en > respectievelijk kleiner en groter betekenen. Het beste is om < als achteruitgang en > als vooruitgang te onthouden. Invloeden die een verergering of een verbetering teweeg brengen noemen we modaliteiten.
Niet altijd is het mogelijk om zo’n individueel middel te vinden. In de praktijk blijkt echter, dat in veel gevallen bijvoorbeeld een simpel middel als Pulsatilla pratensis in een lage potentie (D3) een loopsheid kan opwekken. Het middel zit in MacSamuel Vruchtbaar 1.
Pulsatilla pratensis
De meest simpele behandeling van een teef, die over tijd is, is Pulsatilla pratensis D3, 3 x daags 5 druppels, gedurende 3 weken. Belangrijk is, dat het middel in druppels teogediend wordt en niet in korrels of tabletten.
Het middel is in staat om de functie van FSH op het niveau van de eierstokken te ondersteunen. Het draagt zorg voor de ontwikkeling van de eerste fase van de ontwikkeling van de follikels en daarmee de productie van oestrogeen tot een niveau, waarop de uitwendige loopsheidsverschijnselen optreden. Het is nooit mogelijk om hiermee een normale cyclus te verkorten, maar wel om een verlate cyclus op gang te brengen.
Daarnaast is Pulsatilla pratensis in staat om een sluimerende baarmoederontsteking te genezen en daarmee een belemmerende factor voor de innesteling van de bevruchte eicel weg te nemen.
De loopsheid moet binnen 3 weken optreden; langer geven heeft in de meeste gevallen geen zin, het werkt dan kennelijk niet en we moeten dan op zoek gaan naar een ander middel. Zodra de teef loops is geworden, moet de behandeling met Pulsatilla pratensis D3 gestaakt worden. De gevoeligheid voor het middel is in die fase zo groot, dat langer geven juist een averechts effect zou kunnen hebben: het verhinderen van de innesteling van de bevruchte eicel en in het ergste geval het opwekken van een heftige etterige baarmoederonsteking. In die gevoelige fase ligt het omkeerpunt van Pulsatilla pratensis, de omslag van ziek maken naar ziekte genezen, klaarblijkelijk verder, bij een hogere verdunningsgraad. Vooral bij de grote rassen, zoals Sint Bernard en Berner Sennenhond blijken de lage potenties van Pulsatilla pratensis deze averechtse effecten te kunnen veroorzaken.
Vooral als we de indruk hebben, dat ook de totale hond past bij het middel moeten we eerder kiezen voor hogere potenties.
Een tweede belangrijk middel bij het niet optreden van de loopsheid, is Ignatia amara.
Ignatia amara
Ignatia amara is een middel, dat meer werkt op het niveau van de hypofyse. Vooral als een cyclus langer duurt dan 1 jaar zal dit middel meer aangewezen zijn dan Pulsatilla pratensis. Op grond van ervaring weten we, dat het beste voorschrift is Ignatia amara D6, 3 x daags 5 druppels ged. 6 – 8 weken. Ook hier geldt natuurlijk weer; hoe beter de teef past bij het middel, des te hogere potenties we kiezen.
Als de loopsheid optreedt starten we onmiddellijk met MacSamuel Vruchtbaar 2.
LOOPSHEID TE VAAK, TE LANG, TE HEFTIG
Het kan zijn, dat de cyclus verkort is (te vaak loops) en / of de loopsheid te lang duurt. Soms zien we een duidelijk nymfomaan gedrag. Deze fenomenen kunnen een negatieve invloed hebben op de vruchtbaarheid. In deze gevallen heeft het oestrogeen de overhand en komt het LH op de achtergrond. Een gevolg daarvan is heftige uitwendige loopsheidsverschijnselen zonder voldoende afronding van de cyclus met een eicelsprong en de vorming van een corpus luteum, dat verantwoordelijk is voor de progesteronproduktie.
Cimicifuga racemosa : De meest simpele behandeling van een teef, waarbij het vermoeden bestaat, dat de LH functie op de achtergrond geraakt is, is het middel Cimicifuga racemosa D3, 3 x daags 5 druppels, gedurende 3 weken. Het middel moet in druppels gegeven worden en niet in korrels of tabletten. We vinden Cimcifuga racemosa D3 samen met Echinacea purpurea OER in MacSamuel Vruchtbaar 2. Het middel is in staat om de functie van het LH op het niveau van de eierstokken te ondersteunen. Het draagt zorg voor de ontwikkeling van de tweede fase van de ontwikkeling van de follikels tot een niveau, waarop de eicelsprong plaats vindt. Tevens ondersteunt het de functie van het LH bij de vorming van een corpus luteum en dus de productie van het drachtigheids hormoon progesteron. Progesteron zorgt ervoor dat de baarmoeder klaar is voor de dracht. Cimicifuga racemosa is dan ook het eerste middel als we te maken hebben met de volgende feiten:
De teef wil onvoldoende staan
Het vermoeden, dat de eicelsprong niet of te laat plaats vindt
De bloederige uitvloeiing blijft te lang bestaan
Het vermoeden van vroegresorptie
Als we het vermoeden hebben, dat er kans bestaat op vroegresorptie geven we Cimicifuga racemosa D3 i.p.v. 3 weken, in totaal 6 weken.
Met de volgende 3 middelen stellen we een meer klassieke geneesmiddeldiagnose bij de indicaties waarover het hier gaat:
Apis mellifica
Cyclus verkort, loopsheid te heftig en te lang. Nymfomaan gedrag. Allergische huidaandoeningen. Rechtszijdigheid van de klachten. De potentiekeuze van onderstaande middelen moet plaats vinden in overleg met een homeopathisch werkende dierenarts.
Aurum metallicum
Cyclus verkort, loopsheid te heftig en te lang. Nymfomaan. Uitgesproken boosaardig. Baarmoederontsteking. Prolaps van de vagina.
Veratrum album
Vroegresorptie. Loopsheid te vroeg en te heftig. Een type, dat geheel in haar eigen wereld leeft: Introvert, afstandelijk, apathisch. Laat letterlijk en figuurlijk de kop hangen. Zwakte en uitputting. Weglopen. Destructiviteit. Soms opgewonden met huilen en blaffen. Ondertemperatuur. Trage hartslag. Eet eigen ontlasting. Het spreekt voor zich, dat, als we bij een geval van onvruchtbaarheid een dergelijk completer ziektebeeld hebben we voor Veratrum album en niet voor Cimicifuga racemosa kiezen.
VAGINITIS / LICHTE BAARMOEDERONTSTEKING
Een veel voorkomende oorzaak van onvruchtbaarheid, is een infectie van de vagina en/of baarmoeder. Als het slijmvlies van de baarmoeder niet gezond is, kunnen we ook niet verwachten dat de placenta’s een goede verbinding kunnen maken tussen teef en foetus. En dat kan leiden tot onvruchtbaarheid of vroegresorptie.
Bacteriologisch onderzoek
Op de eerste dag van de loopsheid doen we bacteriologisch onderzoek van de vagina. Dit moet op de eerste dag, omdat we dan in staat zijn een eventueel noodzakelijke antibioticum kuur nog voor de dekking te kunnen afronden. Tussen dekking en bevalling geven we het liefst helemaal geen medicijnen of entingen.
Er zijn 2 redenen, waarom we niet klakkeloos een antbioticumkuur geven zonder bacteriologisch onderzoek. Ten eerste willen we alleen behandelen als er sprake is van ziekteverwekkende bacterien. Normale bacterien moeten we niet willen opruimen; zij zorgen voor een gezond milieu in de vagina, o.a. door het weren van ziekteverwekkende collega’s. De tweede reden is, dat we willen weten met welk antbioticum we het beste die ziekmakende bacterien kunnen doden. Het is niet zo dat bijvoorbeeld iedere Coli bacterie gevoelig is voor hetzelfde antbioticum. We kunnen dat testen middels een antibiogram.
Het is verstandig, zeker als er sprake is van het eerste nest, ook op die eerste dag van de loopsheid vaginoscopisch onderzoek te doen om anatomische belemmeringen uit te sluiten.
DEKTIJDSTIP BEPALING
Het is aan de buitenkant (het gedrag van de hond) niet altijd eenvoudig om te zien, wanneer een teef dekrijp is. Normaliter ligt de vruchtbare periode tussen de 9de en 13de dag van de loopsheid, maar er zijn teven die staan al op de 6de of pas op de 21ste dag. Er zijn verschillende methodes om te bepalen wanneer een teef staat: ervaring, vaginaal uitstrijkjes (celonderzoek) en progesteronbepaling. De laatste wordt momenteel beschouwd als meest betrouwbare. Tegen mensen die wat negatief praten over de progesteron test, wil ik nog eens zeggen: het is alleen maar een dektijdstip bepaling. Aan de hand van deze hand out wordt hopelijk duidelijk, dat het op nog veel meer momenten mis kan gaan.
Er zijn bovendien nogal wat meningsverschillen over de interpretatie van de bloeduitslagen. Wij volgen in onze kliniek onderstaande wijze van interpreteren en stellen vast, dat onze `score’ erg hoog ligt. Vrijwel zeker, omdat we ook aandacht besteden aan de andere aandachtspunten.
Wanneer dekken?
De ovulatie vindt plaats op het moment, dat de progesteronspiegel in het bloed een snelle stijging laat zien (a). Dat gebeurt al bij een progesteronsprong van 1 naar 4 (ng/ml) bijvoorbeeld. De rijping van de eicel duurt 1 – 3 dagen. Dus 1 – 3 dagen na de ovulatie moet de dekking plaats vinden (b). Afgaan op een progesteronspiegel van 10 – 12 (ng/ml), als juiste dektijdstip zal teleurstellingen kunnen opleveren.
Wanneer beginnen met testen?
Statistisch is bekend dat een teef ovuleert tussen de 6de en 21ste dag van de loopsheid. Die ondergrens is wel erg theoretisch en de vraag rijst daarbij of de eerste dag van de loopsheid wel juist is vastgesteld. Bij een redelijke zekerheid met betrekking tot de juistheid van de dagtelling komt het in de praktijk erop neer, dat de eerste test op dag 9 uitgevoerd kan worden.
NIET TOELATEN VAN EEN DEKKING
Angst en agressie, sneppen:
Ignatia amara D6
Angst en onderdanigheid, op de rug liggen:
Pulsatilla pratensis D6
Agressie en dominantie, bijten:
Sepia officinalis D6
Deze lage potenties kunnen zelfs binnen 1 – 2 dagen al het gewenste effect geven, namelijk het toelaten van de dekking. Naarmate het beeld beter past moeten we hogere potenties toepassen en het liefst minimaal een week vóór de dekking (beginnen). In de praktijk kunnen we ervan uitgaan, dat als het gedrag zich alleen manifesteert tijdens de dekking de lage potenties toegepast kunnen worden. Als het gedrag ook buiten de dekking, loopsheid of schijndracht aanwezig is, zullen er veelal hogere potenties moeten worden gebruikt.
UITVLOEIING NA DE DEKKING
Witgele romige uitvloeiing na de dekking is niks bijzonders. In elk geval niet direct met antbiotica klaar staan. Gewoon niks doen en afwachten is het beste. Als we toch twijfels hebben over de kleur van de afscheiding, kunnen we het middel Echinacea purpurea OER (in MacSamuel Weerstand ) geven.
Geelgroene tot bruinige uitvloeiing kan duiden op een ernstiger infectie. In elk geval moet hier bacteriologisch onderzoek gedaan worden en een antbiogram gemaakt worden om te kunnen bepalen met welke bacterie we te maken hebben en met welk antbioticum we deze moeten bestrijden. In een aantal gevallen is het noodzakelijk om de baarmoeder met vieze inhoud operatief te verwijderen.
VROEGRESORPTIE / VROEGGEBOORTE
Onder LOOPSHEID TE VAAK, TE LANG, TE HEFTIG worden de belangrijkste middelen ter voorkoming van vroeg resorptie besproken: Cimicifuga racemosa en Veratrum album.
In sommige boeken wordt een middel als Pulsatilla pratensis in een lage potentie aangeraden om de bevalling voor te bereiden. Men moet dan circa 10 – 14 dagen voor de te verwachten bevalling starten. Het is niet uitgesloten, dat er door toedoen van Pulsatilla pratensis er een vroeggeboorte met nog niet levensvatbare pups optreedt. Dus niet doen!
Een bekend middel ter voorkoming van abortus is Viburnum opulus. Maar ook hier geldt weer het beste middel is het meest passende middel bij de individuele hond.
WEEËNZWAKTE
Een vlotte bevalling is van belang voor de pups, maar ook voor de teef. Een trage bevalling kan betekenen, dat de baarmoeder uitgeput raakt, waardoor delen van nageboorte en vruchtwater achterblijven. Die resten kunnen leiden tot infectie. Er kan dan schade ontstaan, die in een volgende loopsheid oorzaak kan zijn van onvruchtbaarheid.
De belangrijkste middelen bij weeënzwakte Caulophyllum thalictroides, Sabina en Arnica montana zitten in MacSamuel Weeën.
BAARMOEDERONTSTEKING NA DE BEVALLING
Koorts, niet eten en veel drinken. Natuurlijk moeten we onmiddellijk antbiotica geven, liefst na bacteriologisch onderzoek en antbiogram. De teef moet zo snel mogelijk weer in orde in het belang van haarzelf en haar pups. De belangrijkste homeopathische middelen Pulsatilla pratensis, Sepia officinalis, Sabina en Secale cornutum zitten in MacSamuel Uterus tonicum.
Is er bij een vorige bevalling al een keer sprake geweest van een baarmoederontsteking dan is het verstandig, om direct na de bevalling te beginnen met MacSamuel Uterus tonicum en dat 3 weken te geven. Het kan indien nodig heel goed gecombineerd met antiobiotica.
Secale cornutum D6 en Sabina D6
Beide middelen bevorderen het samentrekken van de baarmoeder. Daarmee wordt de inhoud van de baarmoeder verwijderd: slijm, etter, pups, nageboortes, vruchtwater. Het belang van voldoende sterke weeen tijdens de bevalling is duidelijk. Maar ook een goede reiniging na de bevalling of na de loopsheid is nodig om te voorkomen dat er een baarmoederontsteking ontstaat die in de toekomst nadelig is voor de vruchtbaarheid van de teef of in, sommige gevallen (pyometra), zou noodzaken tot een chirurgische verwijdering van de baarmoeder.
Pulsatilla pratensis D4 – D6 en Sepia officinalis D4 – D6.
De combinatie Pulsatilla pratensis D4 – D6 en Sepia officinalis D4 – D6 is al tientallen jaren in gebruik als middel tegen baarmoederontsteking. De vele positieve ervaringen kunnen we niet van tafel vegen; daarom passen we de combinatie nog veelvuldig toe. Wees er echter altijd op bedacht, dat de patient wel eens beter bij een van de middelen past. De onderhavige lage potenties zouden dan juist een verergering van de klachten kunnen veroorzaken.
Ustilago maïdis D3
Te lang bloederige uitvloeiing na de bevalling kan duiden op placenta plaatsen die niet voldoende genezen. Ustilago maïdis is bij uitstek het middel, dat dan moet worden ingezet. Een slecht genezend baarmoederslijmvlies is niet bevorderlijk voor de vruchtbaarheid in de toekomst. Het reguliere middel progesteron bergt het gevaar in zich van een baarmoederontsteking. Als we progesteron toepassen, deze behandeling altijd combineren met een gericht antibioticum.
BAARMOEDERSONTSTEKING NA DE LOOPSHEID
De baarmoederontsteking circa 1 – 2 maanden na de loopsheid noemen we een pyometra. Die kan in theorie wel homeopathische behandeld worden, maar het is in vrijwel alle gevallen beter om de baarmoeder met vieze inhoud operatief te verwijderen. Alleen bij (oude) honden waarbij het operatie risico te groot is, is dit `lapmiddel’ een mogelijkheid in combinatie met antibiotica (gericht en langdurig).